Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet educatie en beroepsonderwijs

 

Artikel 12.1a.1 Bekostiging van experimentele opleidingen
1
Met het oog op de ontwikkeling van nieuwe kwalificaties en de daarop gerichte opleidingen kan Onze Minister op aanvraag van het bevoegd gezag van een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b, een instituut als bedoeld in artikel 12.3.8 of een hogeschool als bedoeld in artikel 12.3.9 besluiten dat een beroepsopleiding waarvoor de eindtermen worden voorbereid of met toepassing van artikel 7.2.4, lid 3a, of artikel 17 van de Regeling subsidiëring proeftuinen herontwerp beroepsonderwijs studiejaar 2004-2005 zijn vastgesteld, voor bekostiging overeenkomstig hoofdstuk 2, titel 2, paragraaf 1 in aanmerking komt. Onze Minister bepaalt de aanvang en het einde van de bekostiging en de aanvullende voorwaarden voor bekostiging, die in elk geval betrekking hebben op de regeling die de instelling treft om de belangen van de deelnemers te waarborgen.
2
Bij de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, vermeldt het bevoegd gezag in elk geval
1
de naam en de studielast van de opleiding,
2
de leerweg of leerwegen waarin de opleiding wordt verzorgd,
3
indien beschikbaar, de code waarmee het geheel van de desbetreffende eindtermen wordt aangeduid en de code waarmee de deelkwalificaties van de opleiding worden aangeduid,
4
of het een opleiding betreft die is gericht op een bepaald beroep waarvoor bij of krachtens de wet vereisten zijn vastgesteld en
5
een voorstel voor de regeling, bedoeld in het eerste lid, laatste volzin.
3
De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, geldt mede als aanmelding voor registratie in het Centraal register. Indien Onze Minister de aanvraag inwilligt en de eindtermen zijn vastgesteld, registreert hij bij de eerstvolgende gelegenheid daartoe de in het tweede lid, onder 1° tot en met 4°, genoemde gegevens in het Centraal register.
4
De bekostiging op grond van het eerste lid eindigt op het door Onze Minister in de bekostigingsbeschikking bepaalde tijdstip of, indien dat eerder is, zodra de desbetreffende opleiding wordt bekostigd op grond van artikel 2.1.1, eerste lid. Bij niet nakoming van de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, kan Onze Minister onverminderd artikel 11.1 bepalen dat de bekostiging met ingang van een eerder tijdstip dan bedoeld in de eerste volzin eindigt.
5
Artikel 1.3.1, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
6
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden vastgesteld met betrekking tot de toepassing van het eerste tot en met vijfde lid.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •